friluftsliv

21 november 2020    

BRUSSEL 16/11 – Scandinaviërs zullen grinniken met het feit dat een intrinsiek onderdeel van hun cultuur plots een trend wordt. Want hoewel het een moeilijk buitenlands woord is, is het concept achter “Friluftsliv” behoorlijk universeel: het gaat erom tijd door te brengen in de buitenlucht. Dat deed ook dokter Marc Cosyns, afgelopen zaterdag. Opeens kreeg hij een bericht van zijn zoon via WhatsApp: ‘Tijd en goesting voor een herfstwandeling met je twee kleinzoontjes?’ ‘Na de intrede van Sinterklaas op Ketnet’.

We duwen al het onlinewerk dat wacht voor ons uit en met een klap op de laptop springen we op de fiets richting Gentbrugse Meersen waar ze sinds onlangs wonen.
‘Als het mentaal welzijn van onze studenten gebaat is bij het bewaken van hun schermtijd, geldt die gouden regel natuurlijk ook voor ons’, zegt mijn vrouw.’
‘Zeker op deze laatste mooie herfstzaterdag’, beaam ik, ‘Sinterklaas had geluk dat het deze nacht zo zacht weer was!’ Ik had het mij niet kunnen laten toch even tussendoor naar Ketnet te kijken. De nog altijd benoemde heilige man met zijn Zwarte Piet, weliswaar met roetvegen, waren ’s nachts aangekomen. Ik zoomde in toen kapitein Droogdockx van de stoomboot de burgemeester van Antwerpen toevallig tegenkwam. Altijd in beweging als het kan, rolde hij een zware tas achter zich vol met zijn moeilijkste dossiers ‘om hen wat zuurstof te geven’, wat de kapitein meteen begreep.
‘Zou het dossier over het woordgebruik van Zwarte Piet erin zitten’ verwijlde ik in het verleden toen ik zelf nog zwartepiet speelde in de school van mijn zoon…Benieuwd hoe ze dit nu gaan aanpakken. In de brief aan de Sint omzeilen de ministers Vandenbroucke en Verlinden de problematiek met ‘zijn best wel grappige pieten’. De Spaanse viroloog zorgt voor de wetenschappelijke onderbouwing van het baardmasker. En dan denk ik: corona was nu echt wel dé gelegenheid om komaf te maken met dat seksistisch Sint en racistisch Zwart gedoe. Mijn vrouw gaat niet akkoord met die gedachte en Ketnet beloofde volgende jaar ook al het oude normaal. Ik vrees dat ik met spannend plezier ook dit jaar weer letterkoekjes zal gooien bij de kleinkinderen en de kinderen van de buurt…

We rijden voor het eerst op de nieuwe Gentse fietsbrug over de Schelde. Het geeft een Indian Summergevoel, zo vijf meter boven het water in de stralende zon. De brug die Stropkaai en Bellevuepark, Gent en Ledeberg, verbindt, is genoemd naar Louisa d’Havé. Oorlogsheldin, °1894-†1966, vermeldt het meer-vrouw-in-de-straatnaambord. Zij was een Gentse handelsreizigster die tijdens de Eerste Wereldoorlog als ‘agent 40B’ geheime informatie aan de Belgische Militaire Inlichtingendienst bezorgde.
In januari 1915 smokkelde ze een stoffen mondmasker naar Vlissingen. Het was een prototype dat de Duitsers in grote hoeveelheden in de textielfabriek van haar vader, ‘agent 45′, lieten fabriceren. Het bleek in combinatie met een waterdicht zakje een gasmasker te zijn, ter bescherming van de Duitse soldaten tijdens de eerste gasaanval op 22 april dat jaar. Dankzij Louisa was de Belgische legerleiding op de hoogte, helaas zonder zelf voldoende toegerust te zijn met gasmaskers om de aanval af te slaan en slachtoffers te vermijden.
De meeste mensen op de Louisa d’Havé-brug dragen geen mondneusmasker, alhoewel er nu genoeg (te koop) zijn. Dat is niet verplicht in dit gebied van de stad en er is voldoende afstand te behouden. Breed lachend lijken ze eerder de nieuwe regels van plezier te volgen die de verstrengde coronamaatregelen in de lifestylemagazines begeleiden: ‘neem een lichtbad, leer je te vervelen, ga wandelen en fietsen zonder doel’.
De Louisa d’Havéroute begint en eindigt op diezelfde brug. Maar wij verlaten de route voor de Gentbrugse Meersen. De kleinkinderen staan ons al op te wachten en rennen meteen die meersen in als ze ons zien. Het is een van de rituele spelletjes dat we ze zoeken tussen de gevallen boomstammen wat verderop. En na zich al vertoond te hebben, ze pas veel later eindelijk vinden en optillen en rondzwaaien in de buitenlucht en roepen: Frie-loefts-liv.
Een woord dat ze leerden van hun papa toen hij nog in Denemarken werkte en ze vrij kampeerden tijdens de weekends. De Noren, Zweden en Denen gebruiken het woord voor als ze na hun lunch buiten een wandeling gaan maken, als ze op de fiets of met hun langlaufski’s naar hun werk gaan of bijpraten met vrienden op de bank of in de sauna bij het meer, lees ik op socale media. Kortom elke kans die je krijgt om buiten te zijn, kan je best benutten.
Frilufstliv staat nu al in het coronawoordenboek. Of het de Van Dale haalt valt nog af te wachten. Of het als wens op de brief naar Sinterklaas zal staan betwijfel ik. De oudste kleinzoon vond de Sint op Ketnet die komt in de nacht maar niets: ‘Een intrede moet in volle dag, in de vrije lucht!’

(‘Stel dat de Sint volgend jaar niet meer kan komen, dat hij sterft door covid?’ zou ik hem willen plagend vragen. Hij zou me doortastend aankijken en dan twijfelend naar zijn papa, die zou zeggen: ‘Er waren dit jaar geen stoute kinderen schreven de ministers, maar volgens mij wel stoute opa’s!’ Ik zou de meersen verder inlopen en horen hoe ze achter mij lopend roepen: we steken opa in de zak!)

dit bericht verscheen op:
https://www.mediquality.net/be-nl/news/article/23259835/friluftsliv-het-geheim-tot-geluk-opinie-dr-marc-co

  /  

0 REACTIES

LAAT HIER EEN REACTIE NA
You filled this out wrong.
You filled this out wrong.
You filled this out wrong.
You filled this out wrong.